Een van de slachtoffers is de Nederlander Hans Winkelmolen (49), directeur van de Indonesische tak van de Rabobank. Onder de doden zijn nog drie andere buitenlanders - uit de VS, Australië en Maleisië.

De bom heeft de voorpui van het hotel weggeslagen en tot aan de bovenste van de 33 verdiepingen ruiten vernield. Auto's die voor de ingang stonden geparkeerd, stonden lang na de explosie nog in lichterlaaie. De televisie toonde een ernstig verbrande man die voor het hotel op de grond lag. Ooggetuigen vertelden hoe mensen met brandwonden of snijwonden van rondvliegend glas in paniek naar buiten renden.

Mellani Solagratia, pr-manager van het hotel, was op de tweede verdieping toen de bom ontplofte. 'Alles schudde. Ik dacht dat het alleen maar een aardbeving was. Toen ik de kamer uitliep, zag ik overal glas en puin liggen. Ik zag de chaos in het restaurant en het volgende dat ik weet is dat ik meehielp al deze mensen naar buiten te brengen.'

De bom was verstopt in een Toyota Kijang die voor het hotel was geparkeerd. Volgens een ooggetuige zat de bestuurder nog in de auto toen deze explodeerde. Gouverneur van Jakarta Sutiyoso bevestigde dinsdagmiddag dat het een zelfmoordaanslag was. De verdenking gaat daarom uit naar militante moslims, en met name de schimmige organisatie Jemaah Islamiyah. Die zou ook achter de bom hebben gezeten die op 12 oktober in de Balinese badplaats Kuta 202 slachtoffers maakte.

Specialisten van het onderzoeksteam op Bali zijn dinsdag spoorslags naar Jakarta gereisd om het onderzoek naar de nieuwe aanslag te leiden. Ook de keus voor het Marriott past in het stramien van de vorige grote aanslag: het hotel wordt voornamelijk bezocht door buitenlanders, en het ligt in een wijk vol internationale kantoren en ambassades.

Veel mensen uit de omgeving gebruikten hun lunch in het Marriott. Ook Hans Winkelmolen bezocht dinsdag het restaurant. Hij had vier jaar in Jakarta gewerkt, en zijn werk zat erop. Zijn gezin - vrouw en twee kinderen - was enkele dagen geleden alvast teruggekeerd naar Nederland, hijzelf wachtte alleen nog tot zijn opvolger het zou overnemen. Winkelmolen stierf in de vuurzee die op de explosie volgde.

Sinds de aanslag op Bali heerste in Jakarta extra waakzaamheid, omdat een nieuwe terreurdaad werd gevreesd. Veiligheidsdiensten uit Australië en de Verenigde Staten waarschuwden voor een nieuwe, zware aanslag. Surabaya werd genoemd, en ook Jakarta, maar de veiligheidsdiensten wisten uiteindelijk niet waar en wanneer de bommen echt zouden ontploffen. In luxe-winkelcentra en op andere plaatsen waar veel buitenlanders komen werden auto's en handtassen gecontroleerd. Bewakingsdiensten werden overal uitgerust met metaaldetectoren.

Enkele kleine aanslagen hielden de waakzaamheid hoog. In april en juli ontploften er bommen bij een VN-kantoor, op het vliegveld en in het parlementsgebouw. Die richtten vooral lichte materiële schade aan .

De Indonesische politie had na de aanslag in Bali dertig verdachten aangehouden en de indruk gewekt dat de Jemaah Islamiyah daarmee een gevoelige klap was toegebracht. Enkele kopstukken zijn echter nog steeds op vrije voeten en de nieuwe aanslag bewijst dat terroristen in Indonesië nog steeds kunnen toeslaan.

De aanslag komt op een gevoelig moment: donderdag wordt het vonnis uitgesproken tegen de eerste verdachte van de aanslag op Bali. Als deze verdachte, Amrozi, schuldig wordt bevonden, kan hij ter dood worden veroordeeld. In Jakarta loopt het proces tegen de vermeende geestelijk leider van de Jemaah Islamiyah - Abu Bakar Ba'ashir - ten einde. Hij wordt verdacht van samenzwering tegen de staat Indonesië.