woensdag 6 augustus 2003 uur. 
Bloedwraak afkopen met bloedgeld
Van onze correspondente Kim Ghattas

FALLUJAH - De VS hebben haat gezaaid in Fallujah. Op 28 april vielen in de Iraakse stad achttien doden toen Amerikanen het vuur openden op betogers. De lokale traditie gebiedt 'oog om oog, tand om tand'. De Amerikanen geven bloedgeld om wraakacties af te wenden. Veel familieleden blijven kwaad.

Iedere ochtend komen er tientallen Irakezen naar het stadhuis van Fallujah. Ze begeven zich naar een kamer tegenover het kantoor van de burgemeester. Daar hangt een briefje op de deur dat de burgers van de stad uitnodigt een claim in te dienen voor 'schade veroorzaakt door vergissing of onachtzaamheid van de Amerikaanse strijdkrachten'.

Sommigen komen omdat hun auto in beslag is genomen of omdat hun huis oorlogsschade heeft opgelopen. Maar er komen ook nabestaanden van Irakezen die door Amerikaanse militairen zijn gedood. 'Die schadevergoedingen zullen wel een einde maken aan de aanslagen op Amerikaanse soldaten die worden gepleegd door nabestaanden', zegt de pro-Amerikaanse burgemeester Taha Bdawi. 'Dit is een traditionele, tribale samenleving, die nog altijd berust op de begrippen tha'r (wraak) en fidya (bloedgeld).'

Bovendien hebben de Amerikanen twee miljoen dollar beschikbaar gesteld om de meest elementaire infrastructuur in de stad te herstellen, en verder zijn de Amerikaanse troepen uit de stad verhuisd naar stellingen even daarbuiten. 'Volgens mij zijn er minder wrijvingen tussen de soldaten en de burgers nu we rekening houden met de plaatselijke gebruiken', zegt luitenant Chis Haggard.

Fallujah, in de 'soennitische driehoek', staat bekend als een van de meest anti-Amerikaanse delen van Irak. Sinds medio juli was het er tamelijk rustig, maar het valt nog te bezien of de inspanningen van de Amerikanen in deze conservatieve, tribale stad zullen worden bekroond met blijvend succes. Gisteren werd het bureau van de door de Amerikanen getrainde politie aangevallen met antitankraketten. Even later verschenen er zo'n tweehonderd betogers bij het bureau, die schreeuwden: 'Met ons bloed en onze ziel verdedigen wij jou, Saddam!'

Ook in andere delen van Irak proberen de Amerikanen bloedwraak af te kopen volgens de gebruiken van het land. Want de dood van een man dient te worden vergolden met de dood van vier leden van de vijandige stam, of van slechts één man als het een ongeluk was. Maar om een vendetta te voorkomen kan bloedgeld worden betaald. Burgemeester Bdawi heeft de Amerikanen uitgelegd dat er voor hen geen uitzondering kan worden gemaakt op deze regel. En Fallujah heeft heel wat doden te wreken.

In deze stad stamt de woede op de Amerikanen van 28 april, toen Amerikaanse soldaten die waren ondergebracht in een schoolgebouw het vuur openden op een groep demonstrerende Irakezen en er 18 doden en 78 gewonden vielen. Inmiddels hebben 26 families daarvoor bloedgeld ontvangen: 500 dollar voor een gewonde en 2500 dollar voor een dode (waarvan 1500 ineens). Het geld is afkomstig van Iraakse bankrekeningen in het buitenland die al tijdens de Golfoorlog zijn bevroren.

Luitenant Haggard, die de aanvragen afhandelt, zegt dat de Amerikanen in Fallujah zich inspannen om de Irakezen voor zich te winnen. 'Nu zien we veel meer vriendelijke gezichten op straat. Ik voel me niet meer onveilig als ik door de stad rijd', zegt hij.

Maar vriendelijke gezichten zijn in Fallujah nergens te bekennen. Muthana Ali, die tegenover de school woont, werd tijdens de demonstratie in zijn enkel geschoten. Zijn broer werd doodgeschoten toen hij probeerde een van de demonstranten in veiligheid te brengen. Ook zijn vrouw, zijn moeder en een andere broer raakten gewond in het spervuur van Amerikaanse kogels.

Ali zelf, een taxichauffeur, heeft zijn schadevergoeding net binnen. Maar hij vindt het niet genoeg. 'Ik heb zeven kinderen, mijn auto is total loss, mijn been is geamputeerd - 500 dollar is niets', zegt hij. 'Niets kan het verlies van mijn broer vergoeden - zeker geen 1500 dollar. Als dat alles is wat we krijgen, stuur ik het gewoon terug, want dit is een belediging.'

Gevraagd naar de inspanningen van de Amerikaanse soldaten om de infrastructuur te herstellen, antwoorden de inwoners van Fallujah dat ze geen enkele verbetering bespeuren - ook al zeggen de burgemeester en de Amerikaanse officieren dat de water- en elektriciteitsvoorziening weer terug zijn op hetzelfde niveau als voor de oorlog, en soms zelfs beter. De inwoners blijven erbij dat er helemaal geen schadevergoedingen zijn uitgekeerd. Het enige dat hun goedkeuring kan wegdragen, is dat de Amerikanen zich hebben teruggetrokken uit de stad.

'Er waren altijd moeilijkheden toen ze nog in de stad zaten', zegt Gurji Hays Ali. 'Altijd waren er schietpartijen, altijd was het onveilig. Met hun speciale kijkers konden ze door de kleding van onze vrouwen heen kijken. Het gaat al stukken beter nu de Amerikanen buiten de stad zitten, maar ze moeten gewoon wegwezen uit Irak.'

De stad zelf is nu rustiger, maar in de onbewoonde gebieden in de omgeving gaan de aanvallen op de Amerikanen door. Vorige week werden er op één dag acht pogingen ondernomen, met vier dode Irakezen en enkele gewonde Amerikanen als gevolg.

'Het zijn geen mensen uit Fallujah die de Amerikanen aanvallen, we weten niet wie de verantwoordelijken zijn', zegt Abdel Majid Asker, een arts-assistent. Maar we staan wel achter die aanvallen, en we zullen de aanvallers helpen waar we maar kunnen.' 'Saddam was beter dan de Amerikanen', zegt een vriend van Asker, die zijn naam niet wil noemen. 'Saddam was tenminste een moslim en een Arabier.'