woensdag 6 augustus 2003 uur. 
Estafetteploeg kan slechts hopen op voordeel van de twijfel
Van onze verslaggever Rolf Bos

AMSTERDAM - De uitnodiging uit Berlijn lag er, maar de sprinters van de 4X100 estafetteploeg geven nu de voorkeur aan individuele wedstrijden. De WK-limiet werd niet gehaald.

`Hé Douglas, zullen we een wedstrijdje sprinten?' Een 17-jarige voetballer van de A1 van AFC, die op het middenterrein van het Olympisch Stadion net een trainingspotje heeft gespeeld, daagt de 40-jarige sprinter Troy Douglas uit voor een weddenschap.

Fraaie interactie in het 75-jarige stadion: op het gras trainen de jonge voetballers, ze moeten zich van hun coach een aantal keren opdrukken. Douglas, bezig met zijn warming-up, daagt ze uit om tussendoor even in de handen te klappen. `Watjes, dat kan ik achttien keer volhouden, hoor!'

Even later trekken Caimin Douglas en Troy Douglas - géén familie - hun spikes aan, om een aantal keren over vijftig meter te sprinten. Afwisselend slepen ze een apparaat van acht kilo - een `speedy-weerstand' - achter zich aan over de baan.

De eerste starts ogen nog niet geweldig, de laatste sessies gaan al veel beter. De ene Douglas, Troy, tegen de andere Douglas, Caimin: `Hey man, I leave you in the dust!' Henk Kraaijenhof, coach van het tweetal, oogt na afloop tevreden.

Het is hard werken, maar er kan tijdens de training volop gelachen worden, de vormen van een Spaanse hoogspringster worden uitgebreid besproken, de namen van mogelijke sprintwinnaars bij de komende WK passeren de revue. Maurice Greene! John Capel! Troy Douglas: `Nee man, Troy Douglas!'

Mooie gedachten, maar eerst zal Douglas zich dan nog wel moeten kwalificeren voor dat evenement. Net als alle andere sprinters van Nederland voldeed hij nog niet aan de limieten op de 100 of 200 meter. Ook met de estafetteploeg spoorde het de afgelopen maanden niet naar behoren.

Er was, tijdens de zes wedstrijden van Patrick van Balkom, Caimin Douglas, Timothy Beck en teamcaptain Troy Douglas weliswaar een Nederlands record (39,15), de limiet (39,10) bleef buiten bereik.

Voor zondag lag er een uitnodiging het bij de Golden League-wedstrijd in Berlijn tegen onder meer het Amerikaanse team van Maurice Greene nogmaals te proberen, maar daar bedanken met name Troy en Caimin Douglas voor.

Troy, omdat hij alleen maar naar Berlijn gaat als hij er ook individueel in een A-race mag lopen: `Ik weet het, 0,1 procent kans.' Caimin, omdat hij op die dag in San Sebastian een 100 meter wil sprinten, in de hoop daar nog aan de individuele limiet (10,28) te voldoen.

Estafettecoach Wigert Thunnissen kwam dinsdag even naar het Stadion om beide atleten op andere gedachten te brengen, maar de twee sporters bleken onvermurwbaar. Bondscoach Peter Verlooy kon de organisatoren in Berlijn meedelen dat de `Holland 1' niet komt. Aan hem de taak om maandag te beslissen of het estafetteteam naar Parijs mag.

`Een twijfelgeval. Het had beter gekund, aan de andere kant lopen ze drie van de zes keer onder het oude Nederlands record en staan ze wel elfde op de wereldranglijst.' Bovendien beseft Verlooy dat de WK eigenlijk niet gemist kunnen worden als Nederland volgend jaar met een estafetteteam de Olympische Spelen wil halen. `Dat is ook voor de talentvolle sprintjeugd in Nederland - en die is er - belangrijk.'

Caimin Douglas is ervan overtuigd dat het team toch wel naar Parijs zal worden gezonden, Troy Douglas maakt zich er niet zo druk om. Hij baalt meer dat hij, als de beste sprinter van Nederland, bij wedstrijden niet welkom is in de A-race, hij heeft er geen idee van hoe dat komt.

Zijn coach, Henk Kraaijenhof, heeft wel zo zijn vermoedens. Het management van Douglas, het bureau van Jos Hermens zou niet erg zijn best doen, bovendien willen organisatoren volgens hem niet alleen zwarte atleten in de baan.

`Ik weet het, dat kun je niet hard maken, maar ik ben niet blind. Waarom staat een jongen als Patrick van Balkom, met mindere tijden achter zijn naam, wél inA-races?' Kraaijenhof raadde zijn pupil het afgelopen weekeinde, toen hij weer eens was weggestopt in een tweederangswedstrijd, aan maar helemaal te stoppen: `Ga hockeymeiden trainen.'

Die negatieve gedachten zijn dinsdag bij de vrolijke training weer weggevloeid. Troy Douglas, na afloop: `Ik ga straks bij de lunch een glas rosé drinken. Als training voor Parijs.'